
Kruimelpad
Zit negativiteit in ons brein ingebakken?
Springt het negatieve altijd in je oog? Zeuren we vaker dan vroeger? Volgens Filip Raes, hoogleraar psychologie aan de KU Leuven, is dat niet het geval. ‘Het lijkt misschien zo, maar dat is vooral omdat het meer bespreekbaar is.’ Deze zeurkous legt hem zes ervaringen voor.

1. 'Ik merk het negatieve als eerste op'
Filip Raes: ‘Mensen zijn van nature geprogrammeerd om vooral oog te hebben voor mogelijke problemen of bedreigingen. Dat noemen we de negativiteitsfout. Dat alarmsysteem zit in ons allemaal, bij de ene wat meer dan bij de andere.’
‘De natuurlijke selectie heeft ons zo gemaakt. Liep je in de oertijd vrolijk rond zonder zorgen? Dan had je minder overlevingskans dan iemand die alert was voor geritsel in de struiken. We zijn gemaakt om te blijven leven, niet om voortdurend met een vrolijk gevoel rond te lopen.’
‘Dat klinkt misschien gek, want we willen allemaal blij en gelukkig zijn. Maar het is zinvoller om rekening te houden met iets gevaarlijks of vervelends dan alleen maar rozengeur en maneschijn op te merken.’
2. 'Mijn glas is altijd halfleeg'
‘De reden daarvan is een stukje genetisch en een stukje opvoeding. Als je ouders angstig van aard zijn en je aansporen om altijd heel goed op te letten, neem je dat mee. Werd er thuis veel gezeurd? Dat vergroot misschien ook de kans dat je zelf een zeurkous bent.’
‘Ook wat je meemaakt in je leven bepaalt hoe je naar de wereld kijkt. Je kunt mensen die veel ellende ervaren niet kwalijk nemen dat ze voorzichtiger en pessimistischer zijn.’
3. 'Ik onthoud vooral de kritische opmerkingen'
‘Dit is herkenbaar voor velen. Dat komt ook weer uit die drang om te overleven: je staat stil bij wat er mogelijk fout ging zodat je hier in de toekomst rekening mee kunt houden. Als 19 van de 20 personen je goede commentaren geven, mag je gerust zijn dat je goed werk hebt geleverd. Probeer het in perspectief te zetten: niet alles is positief, maar vergeet niet wat wel oké is.'
4. 'Zal ik wel gaan lopen? Ik haal die 5 kilometer toch niet'
‘Als je op voorhand al denkt dat iets niet zal lukken, ga je eigenlijk al op de rem staan. Blijf je dat te lang doen, dan gebeurt er niet veel meer in je leven.’
‘Ik ben voorstander van de kracht van het doen. Blijf dingen ondernemen, ook al voel je je niet goed. Hoe je kijkt naar de wereld heeft te maken met je ervaringen. Ga dat rondje toch lopen en je zult zien dat het meevalt.’
5. 'Een uitje met vrienden begint steevast met gezeur over werk en gezin'
‘Klagen en zeuren heeft een functie: je ventileert en het lucht op. Dat heb je nodig. Als je met dingen in je hoofd blijft zitten, beginnen ze tegen je te werken. Zeuren is een manier om erkenning en troost te zoeken. En het creëert verbondenheid.’
‘Maar blijf niet te lang hangen in je zeurbeklag. Zeker niet in gezelschap, want dan zwengel je elkaar alleen maar aan en praat je elkaar de dieperik in. Geef het gesprek op tijd een andere wending.’
6. 'Mijn roze bril is regelmatig zoek'
‘Het is heel lastig om zo’n roze bril op de neus te zetten van iemand die van nature pessimistisch is.’
‘Je hoort weleens: denk op het einde van de dag aan drie dingen waar je dankbaar voor bent. Maar het is veel complexer dan dat. Als je van nature pessimistisch bent, heb je waarschijnlijk minder aandacht gehad voor positieve dingen, die zijn aan je voorbijgegaan. Of stel je voor: je kind is ernstig ziek of je kunt de rekeningen niet betalen, dan zitten er vooral vervelende dingen in je hoofd. Dan even denken aan drie fijne momenten zou weleens averechts kunnen werken.’
‘Je kunt leren om het gouden randje te zien. Bekijk alle feiten die op tafel liggen, dan zie je misschien dat er dingen zijn die echt wel de moeite waard zijn.’