Hij noemt zichzelf een nostalgicus. En toegegeven, de 42-jarige redactrice die dit interview optekent, kijkt ook met enige nostalgie terug naar de tijd waarin Luc Appermont (72) vaste waarde was in de televisiewereld. Niet dat hij al is afgeschreven, als coryfee kan hij nog perfect zijn mannetje staan in de mediawereld van vandaag. Hij is een van die tv-gezichten die met je meegroeit doorheen de tijd.

Ligt het aan het Limburgs onderonsje of niet, Luc is precies zoals ik het me voorstelde. Ongedwongen, charmant en gastvrij. De gastheer van op televisie ontpopt zich ook thuis tot de man die met het zjatteke koffie en de pralines aan komt draven. ‘’t Zijn lekkere van een zaak hier uit de buurt’, biedt hij aan. De teleurstelling op zijn gelaat als ik zeg dat ik niet zo van zoet hou, doet me toch eentje nemen. Zijn gezicht klaart op en zoet smaakte nog nooit zo goed. Op het terras praten we over wat was, wat is en wat nog zal komen.

Vreemde eend in de bijt

Luc: ‘Ik kom uit een gezin van vijf kinderen. Ik was altijd een beetje de vreemde eend in de bijt. Ik voelde me thuis niet echt begrepen, dus was ik vaak buiten, op straat. Ik kende iedereen en iedereen kende mij. Ik had een ongelofelijke drang naar vrijheid en creativiteit. Het artistieke, zeg maar.’

Ik voelde me thuis niet echt begrepen, dus was ik vaak buiten, op straat. Ik kende iedereen en iedereen kende mij
Luc Appermont

‘De radio- en televisiewereld was nog een ver-van-mijn-bedshow toen ik in het Limburgse Bilzen woonde. Maar als negenjarig manneke zag ik daar in zaal Concordia Tony Corsari live optreden en wist meteen: ik wil presentator worden. Niet beseffende dat dat ooit echt zo zou zijn.’

‘Ik besloot op eigen houtje om mij in te schrijven aan de nieuwe afdeling kleinkunst van Studio Herman Teirlinck in Antwerpen. Daar heb ik mijn moeder trouwens serieus voor moeten bewerken (grijnst). Ik ging eigenlijk pol en soc (nvdr. politieke en sociale wetenschappen) studeren in Leuven, maar de dag dat ik mij daar ging inschrijven, las ik in de krant de aankondiging van Studio Herman Teirlinck. Ik ben toen eerst braaf naar Leuven, maar dan toch door naar Antwerpen gereden om mij in te schrijven.’

Oude foto van Luc Appermont.

‘Ik was de allereerste student die me aanmeldde. Ze keken vreemd op toen ik zei dat ik presentator wilde worden. Ze hadden eerder cabaretiers en kleinkunstzangers voor ogen, maar ik mocht toch starten. Alweer dat vreemde eendje … Ik suste mijn moeder dat als het daar niet zou lukken, ik alsnog pol en soc ging doen.’

‘Mijn studies heb ik zelf betaald. Dat vond ik maar normaal want er waren thuis vijf kinderen. Ik heb altijd mijn plan getrokken. Als kelner in Bokrijk verdiende ik een centje bij en leerde ik met mensen omgaan, iets wat me later in de tv-wereld goed van pas kwam.’

Een duik in het omroepen van toen

‘Het jaar dat ik aan Studio Herman Teirlinck afstudeerde, kon ik aan de slag bij de BRT als omroeper. Dat was in 1972. Ik startte toen de verhuis van het Flageygebouw naar de Reyerslaan in volle gang was. De nieuwsdienst en de omroepers verhuisden pas als laatste. Daarom verscheen ik nog een paar maanden in zwart-wit op tv terwijl de programma’s die we aankondigden al in kleur waren (schudt ongelovig het hoofd). De vijftien jaar die volgden, nam ik de kijkers als ceremoniemeester mee door de avond. In kleur.’

Ik verscheen een paar maanden in zwart-wit op tv terwijl de programma’s die we aankondigden al in kleur waren
Luc Appermont

‘Eén avondje omroepen betekende twee dagen werk. Ik bekeek samen met de regisseur eerst alle programma’s, schreef vervolgens de teksten en memoriseerde alles. Ik herinner me nog een tijd waarin er maar twee of drie dagen per week een weerman was. De rest van de dagen moesten wij het weerbericht voorlezen. Dan kreeg je zo’n droog weerbericht, dat je zelf in spreektaal moest omzetten. Dat was allemaal nogal archaïsch toen. Oh, en we moesten ook mensen oproepen om hun belastingaangifte te doen, een opsporingsbericht voorlezen …’

‘Heel de avond was ik live aanwezig om alle programma’s aan elkaar te praten. Tot de laatste groet. Wat ik tussen de programma’s deed? Andere presentaties voorbereiden (lacht). Ik werd vaak ingeschakeld als gastheer op events doorheen Vlaanderen en schreef mijn teksten of deed telefoontjes tussen het omroepen door.’

‘Ook onze styling deden we vroeger zelf. Ik heb er altijd veel belang aan gehecht om netjes voor de dag te komen. Ik vind dat een vorm van respect naar het publiek toe. Ik ben opgegroeid met de waarde dat je anderen moet respecteren als je zelf respect wil krijgen.’

‘Ik had geen typisch zinnetje zoals Sonja Barend met het legendarische Voor straks lekker slapen en morgen gezond weer op. Wat ik wel durfde in te bouwen, waren verdoken boodschappen voor mijn vrienden. Dan sprak ik bijvoorbeeld af dat ik in mijn bindtekst iets over het weer zou zeggen als ik nog eentje kwam drinken na het werk (grijnst ondeugend). Dat was dan vaak in de Ambiorix in Leuven waar ik in die tijd woonde. Hét studentencafé van de Limburgers in Leuven.’

Luc Appermont poseert met een vintage televisie.

Uitgestorven ras

‘Toen ik het te druk kreeg met presenteren in 1987, stopte ik met omroepen. Maar ik heb het graag gedaan en het is een goede leerschool geweest: ik leerde efficiënt werken en snel improviseren. Dat heeft me later geholpen bij de programma’s die ik presenteerde. Zo presenteerde ik bijvoorbeeld live Vakantiekriebels op vtm toen koning Boudewijn stierf. Op dat moment werd alles omgegooid en heb ik serieus moeten improviseren.’

‘Ik begrijp dat in 2015 de omroepcultuur overbodig werd. Het is sowieso goed om de hartslag van de tijd te voelen en je daaraan aan te passen. Maar toch had het wel iets dat een gastheer- of vrouw je doorheen de avond begeleidde (pretoogjes). Of omroepers ooit zullen terugkomen? Goh, dan misschien als niche zoals nu ook lp’s terug in zijn. Maar ik denk niet voor de massa.’

Of omroepers ooit zullen terugkomen? Misschien als niche zoals lp's, maar ik denk niet voor de massa
Luc Appermont

‘Ik zou morgen direct tekenen om opnieuw de weg in te slaan die ik ben gegaan. Ik besef dat ik unieke kansen heb gekregen. Weet je, de liefde voor het presenteren zit zo diep. Ik hou van dat echte presentatievak. De échte presentator, die alle soorten programma’s kan dragen en haast regisseur is, is intussen haast een uitgestorven ras. Iemand die dingen ziet nog voor ze gebeuren en nog voor anderen van de ploeg ze zien – zelfs al gaat dat over het licht - dat is iets wat je leert en route. Als presentator voelde ik me voor alles verantwoordelijk.’

‘Ik ben het presenteren en de media nog altijd niet beu. Dat is omdat ik het niet als werk aanvoel, maar als mijn vak. Zolang het publiek het nog leuk vindt en ik er energie van krijg, sta ik open voor nieuwe uitdagingen. Ik geef toe, ik pik er wel de kersen op de taart uit tegenwoordig, die luxe heb ik nu (een ietwat verlegen glimlach). En ik hoop dat ik op een of andere manier mijn kennis nog kan doorgeven aan de jongere generatie.’

‘Ik ben er trots op dat ik mijn kinderdroom heb waargemaakt. Het heeft me natuurlijk ook soms bloed, zweet en tranen gekost, maar mijn credo is met de jaren geworden: Aanvaard wat er ook gebeurt op dat moment. Ik merk dat ik sindsdien minder teleurstellingen ervaar en gelukkiger ben.’

Van Louis de Funès tot Like Me

‘Zelf word ik nostalgisch van het Eurovisiesongfestival. Dat is iets waar we vroeger met heel het gezin naar keken, en nu nog is het een programma dat generaties verbindt. Wie had ooit kunnen denken dat ik vijftien jaar lang de preselecties van Eurosong mocht presenteren. Ik heb daardoor een stuk van de wereld gezien (trots).’

Ik word nostalgisch van het Eurovisiesongfestival. Het is een programma dat generaties verbindt
Luc Appermont

‘Ook de films van Louis de Funès raken me keer op keer. Ik word gewoon gelukkig van ernaar te kijken. Of door zwart-witfoto’s van vroeger snuisteren, is ook plezant. Ik vind het interessant om te zien hoe het vroeger was.’

‘Ik hou van de muziek van de jaren zestig. Ik ben een kind uit de sixties. Bart (nvdr. zanger Bart Kaëll, de man van Luc) is uit de tijd van de disco. Daar durft onze muzieksmaak weleens te botsen (lacht). Ook de typische liedjes die je vroeger op school kreeg aangeleerd, vind ik zo’n schone traditie. Liedjes als Het loze vissertje zouden niet mogen verdwijnen. Kennen de kinderen van tegenwoordig dat nog?’

‘Maar serieus, ik vind het echt zonde als die liedjes verdwijnen. Dat Like Me nu oude hits herinterpreteert, vind ik daarom geweldig. Dat tieners van nu Barts liedje Mooi weer vandaag op die manier leren kennen, is mooi. Zo leeft een lied voort. Dat is iets zoals mijn radioprogramma De Zoete Inval dat ook opnieuw op antenne komt. Ik hou van tijdloze dingen.’

We hebben geen kinderen die ons ooit in huis zullen nemen, maar ik mag er niet aan denken dat ik ooit in een rusthuis terechtkom
Luc Appermont

Ouder worden, anders bekeken

‘Iets waar ik weemoedig van kan worden, is de manier waarop we vandaag voor onze ouderen zorgen. Vroeger thuis woonden twee grootouders bij ons in. Ik heb zelfs tot mijn vijftiende mijn slaapkamer gedeeld met mijn grootvader. Dat was toen normaal en ik denk met veel liefde terug aan die tijd. Ik vind het verschrikkelijk als mensen eenzaam oud moeten worden.’

‘Wij hebben geen kinderen die ons ooit in huis zullen nemen, maar ik mag er niet aan denken dat ik ooit in een rusthuis terechtkom. We zouden beter evolueren naar kleine gemeenschappen waar er animatie op maat is en lekker eten. Ik denk wel dat de coronatijden veel ogen hebben geopend en dat we weten dat de ouderenzorg anders moet. Ik hoop op een omwenteling.’

‘Vanaf september staan Bart en ik in Vlaamse cultuurcentra met onze show Luc en Bart, een paar apart. Het belooft een intiem concert te worden met zang en verhalen over de dingen die we in ons leven zijn tegengekomen. Met een lach en een traan, want het is niet omdat we bekend zijn dat bij ons alles vanzelf gaat.’