
Kruimelpad
Anouk puberde toen haar mama kanker kreeg
Hoe is het om een dierbare te hebben met kanker? We vroegen het aan Anouk (28). Haar mama kreeg tien jaar geleden de diagnose van borstkanker. ‘Toen mama ons het slechte nieuws meldde, waren wij volop aan het puberen. Wij waren helemaal niet in staat om haar te troosten’, herinnert Anouk zich. ‘Daar voel ik me schuldig over.’

Uitgezaaide kanker
De ouders van Anouk hadden net beslist om uit elkaar te gaan toen haar moeder, die arts is, een knobbeltje voelde. Uit onderzoek bleek dat de kankercellen ook in een klier zaten en dat de kanker dus uitgezaaid was. Chemo, bestraling, levenslange medicatie: het stond allemaal al twee maanden in de agenda van Anouks moeder vóór ze het haar kinderen vertelde.
Ze had haar kinderen op een vrijdagavond samengeroepen, net voor de ouderwissel. Een bevriende psycholoog was erbij gevraagd om haar te ondersteunen. ‘Wij hadden een totaal andere boodschap verwacht, dat ze het huis zou verkopen of iets dergelijks’, vertelt Anouk. ‘Daar waren we op voorhand al boos over. We zaten met gekruiste armen op haar te wachten, als vier balorige pubers. Toen ze heel ander nieuws dropte, zaten wij compleet vast in onze emoties.’
Schuldgevoel
Vandaag is Anouk kinesist en vindt ze dat ze duizend keer meer begripvol lijkt voor haar patiënten dan voor haar eigen moeder destijds. ‘Het is pijnlijk om aan terug te denken’, vindt Anouk. ‘Ik heb het gevoel dat ik als dochter tekortgeschoten ben. Mama heeft het wellicht zo laat verteld omdat ze dat het beste vond, om ons te sparen tijdens onze examenperiodes. Maar hoe alleen moet ze zich niet gevoeld hebben, zeker toen wij zo stug reageerden op het moment dat ze het deelde met ons?’
‘Het is natuurlijk te verklaren waarom we zo deden. We waren aan het puberen, de scheiding bracht frustraties met zich mee, we rebelleerden … Toch blijft het knagen.’ Anouk heeft het zichtbaar moeilijk als ze eraan terugdenkt. ‘Als ik het kon overdoen, zou ik het helemaal anders aanpakken.’
Het behandelingstraject kon Anouk wél van dichtbij volgen. ‘Toen mama geopereerd werd, werkte ik zelf in het ziekenhuis als jobstudent. Ik ging elke middag bij haar eten.’ Daardoor hoefde Anouk zich niet de hele tijd af te vragen hoe het met haar moeder ging. Ze kon het met eigen ogen vaststellen en dat stelde haar gerust.
Luisteren met aandacht
Binnen het gezin werd er niet veel gepraat over het ziekteproces van Anouks mama, ook niet toen alles achter de rug was. ‘Wij zijn het gewend om alles zelfstandig op te lossen. Misschien kwam het ook door de omstandigheden en de leeftijd dat we niet bij elkaar aanklopten voor steun’, denkt Anouk. ‘We zaten wellicht te veel in de knoop met onszelf.’
Op haar vriendenkring deed Anouk veel makkelijker beroep. ‘Bij hen kon ik mijn tranen de vrije loop laten, ik voelde me ook niet geremd om erover te praten. Veel van mijn vriendinnen zaten in de medische sector, dat zal er wel iets mee te maken hebben. Ik had toen een vriendin wiens mama ook de diagnose van borstkanker had gekregen. Dat schepte een band.’
Werd aan Anouk genoeg gevraagd hoe het met haar ging? ‘Toch wel, dat heb ik niet gemist’, vindt ze. Maar de typische reactie ‘Ik weet wat het is, ik ken ook iemand die…’, die heeft ze ook best vaak gekregen.
‘Ik denk dat weinigen langer dan 10 minuten echt kunnen luisteren. Dat is de menselijke natuur’, stelt ze. ‘Als buitenstaander kun je niks zeggen of doen om de omstandigheden beter te maken of te verzachten. Dus probeer je je te identificeren met de situatie. De persoon in kwestie heeft daar niks aan, maar het is een logische reactie.’
Verbonden blijven
Tien jaar later is Anouk niet meer bezorgd over haar moeder. ‘Als arts weet ze heel goed waar ze mee bezig is. Als er één iemand is die op haar pootjes terechtkomt, dan is het wel ons mama.’
En als Anouk advies zou mogen geven aan anderen in dezelfde situatie - of aan haar jongere zelf - wat zou dat dan zijn? ‘Praat met elkaar, blijf in verbinding’, antwoordt ze zonder aarzelen. ‘Het is pas naar aanleiding van dit artikel dat mijn moeder en ik voor het eerst over die periode hebben gebabbeld. Mama was er heel open over, drukte me op het hart dat ik altijd vragen mocht stellen. Dat heeft me erg aangegrepen. Ik wou dat we het veel eerder hadden gedaan want dat heb ik heel erg gemist.’