
Kruimelpad
Waarom we een zwak hebben voor de underdog ... en soms niet
Het is 6 juli 2018. Een trouwfeest ergens te lande. In het midden van de dansvloer staat een groot scherm. België speelt straks tegen voetbalgrootmacht Brazilië voor een plek in de halve finale van het wereldkampioenschap. Niet alleen deze feestgangers, maar zowat de hele wereld schaart zich achter dat kleine landje aan de Noordzee. Waarom houden we zoveel van de underdog, ook als die niet voetbalt? Hebben we voor sommige mensen meer sympathie dan voor andere? We zoeken het uit.

De huwelijksgasten hadden ermee gedreigd om niet naar het feest te komen als ze de wedstrijd niet konden zien. En het hoofdgerecht mocht pas worden opgediend na het laatste fluitsignaal. Onze Rode Duivels wonnen uiteindelijk met 2–1 en gelukkig voor het zaal- en keukenpersoneel hadden ze daar geen verlengingen voor nodig. De gedoodverfde verliezers trokken aan het langste eind. Dat wekte heel wat sympathie op. Als de underdog het onderspit delft, is dat de logica zelve. Als de underdog zegeviert, is het een verrassing van formaat. En dat bejubelen we graag.
Jan met de pet en Mien Modaal
Waarom kiezen we zo graag de kant van de underdog? ‘Het moeten opnemen tegen hogere en sterkere krachten en bijgevolg weinig kans op slagen hebben, is voor veel mensen bijzonder herkenbaar’, zegt Patrick Luyten, hoogleraar aan de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven.
‘Sportlui, politici, artiesten … boeken vaak hun grootste triomfen als ze nog de underdog zijn. Er is weinig druk om te presteren, want niemand verwacht hun successen al. Het is op dat moment dat wij ons het meest met hen vereenzelvigen.’
Supporteren voor de underdog zegt meer over de supporter dan over de underdog zelf. We kruipen in de huid van zij die uit het niets ineens succes hebben en laten hen onze dromen realiseren. Het is Jan met de pet of Mien Modaal die een onwaarschijnlijke monsterhit scoort of plots opklimt binnen de politieke rangen. Wij zijn het die Novak Djokovic verslaan en bij het horen van game, set and match op de knieën zinken om het heilige gras van Wimbledon te kussen.
In de luster
Nu en dan loopt het verkeerd en gaat het mis met onze helden. ‘Dat stelt ons teleur’, zegt Luyten. ‘Zij die onze fantasie moesten waarmaken falen. Dat tast onze zelfwaarde aan.’
Doorheen de tijd verandert onze visie op helden. Als jongeling was ik een heviger supporter dan de iets oudere man die ik nu ben. Ik veer niet recht als Kevin De Bruyne de bal in doel krult, terwijl ik vroeger bij elke goal van Jan Ceulemans in de luster hing.
‘Onderzoek heeft uitgewezen dat het nastreven van persoonlijke ambities vermindert na het veertigste levensjaar’, zegt Luyten. ‘Dat komt omdat de nood aan identificatie met helden afneemt. Vanaf hun veertigste verleggen de meeste mensen hun focus naar goeddoen voor de volgende generaties.’
‘Nog later, op hoge leeftijd, blikken we terug op ons bestaan en nemen er over het algemeen vrede mee’, vervolgt hij. ‘Toch zijn er mensen die hun hele leven lang behoefte hebben aan helden. Ze blijven hopen dat anderen in hun plaats succesvol zijn. Als dat niet lukt, leidt dit niet zelden tot bitterheid en frustratie.’
Gelijkenissen met de underdog
We komen allemaal vroeg of laat terecht in situaties waarin we de underdog zijn. Ieder mens bevindt zich op een trede van de sociale ladder. Iedereen wil hoger klimmen en is bang om naar beneden te tuimelen. Wat maakt dat we voor sommige groepen mensen meer sympathie koesteren dan voor andere?
Luyten: ‘Om je te kunnen identificeren met iemand moeten er gelijkenissen zijn. Velen slagen er bijvoorbeeld niet in om zich te identificeren met dé migranten. Maar als een gezin met een migratieachtergrond naast jou komt wonen, dan krijgen die mensen een gezicht. Het worden jouw buren, je leert ze kennen. Je merkt dat ze nauwelijks verschillen van wie jij bent.’
Jongeren versus ouderen, rijken versus armen, gevaccineerden versus antivaxers, reizigers versus thuisblijvers … het lijkt alsof COVID-19 de tegenstelling tussen groepen mensen scherper heeft gesteld. ‘De mens is een groepsdier,' stelt Luyten, ‘maar iedereen buiten onze eigen groep zien we als een potentiële bedreiging.’
Gidsen voor kinderen
‘Een mens is gemaakt om op te groeien in een gemeenschap die richting geeft, bescherming biedt en waarden aanreikt’, gaat Luyten verder. ‘In Afrika zegt men dat je een dorp nodig hebt om een kind op te voeden. Bij ons gebeurt de opvoeding hoofdzakelijk door twee ouders of één ouder. Sommige kinderen worden onvoldoende gegidst. De kans bestaat dat ze aansluiting zoeken bij lotgenoten die zich in het slechtste geval afkeren van de samenleving.’
De underdogs die zich uitgesloten voelen door onze samenleving weer aan boord halen en omarmen, is een kerntaak van CM en andere sociale organisaties. In het belang van iedereen mogen we niemand laten vallen. ‘Wie zich uitgesloten voelt door de samenleving, kan die als vijandig ervaren', zegt Luyten. ‘Die onvrede kan escaleren. Sinds de middeleeuwen is het geweld eeuw na eeuw afgenomen. De laatste jaren zien we terug een stijging, zo blijkt uit een rapport van de Verenigde Naties. Dat is een evolutie die we goed in de gaten moeten houden.’
Te complex en te snel
We hebben het met z’n allen beter dan ooit tevoren, tenminste dat horen we voortdurend. Waar komt die onvrede dan vandaan? ‘Vroeger was het leven simpel’, zegt Luyten. ‘Je groeide op, leerde iemand kennen, trouwde, kreeg kinderen en oefende een leven lang dezelfde job uit. Rechtlijnig en helder.'
'De wereld is veranderd, deze tijd is veel complexer. Onderzoek toont aan dat bij ons 10 à 20 procent van de mensen niet echt mee is met de maatschappij. In de Verenigde Staten is dat 50 procent. Ze koesteren een groot wantrouwen tegenover de instellingen, de politiek, de media …’
Professor Luyten wijst op de rol van de sociale media: ‘Een fantastische uitvinding, die sociale mediakanalen, maar zoals vele andere uitvindingen lenen ze zich uitstekend voor misbruik. Vroeger kon men boosheid kwijt in een pamflet. Dat moest geschreven worden, gestencild en verspreid. Daar ging veel tijd over.'
'Nu kun je mensen mobiliseren met een eenvoudige druk op een knop. Voor een goede zaak, zoals het helpen van slachtoffers van een natuurramp, is dat prachtig, maar mobiliseren voor oproer of relletjes gaat even snel. Ook dat is iets waar we als samenleving een oplossing voor moeten vinden.’
Waar komt het woord 'underdog' vandaan?
Underdog vindt zijn oorsprong in negentiende-eeuwse hondengevechten waarbij toeschouwers konden wedden op een van de twee honden. De verliezer van het gevecht werd de underdog genoemd, de onderhond. De winnaar werd bestempeld als de topdog, de tophond.