
Kruimelpad
Trekt kankerbehandeling streep door je kinderwens?
Wat doen chemo- en radiotherapie met je vruchtbaarheid? Kun je nog zwanger worden na kanker? Professoren Herman Tournaye en Michel De Vos werken voor Brussels IVF, het fertiliteitscentrum van UZ Brussel. ‘Onze raad: laat ei- of zaadcellen invriezen voor je start met de therapie.’

Heeft een kankerbehandeling altijd een effect op je vruchtbaarheid?
De Vos: ‘Meestal wel, in het bijzonder bij chemotherapie. De invloed van een kankerbehandeling hangt van veel factoren af zoals het type behandeling en hoelang die duurt.’
‘Chemotherapie met alkylerende middelen heeft duidelijk een hoog risico op schade bij je eicellen. Maar er zijn ook producten die minder toxisch zijn en dus minder of nauwelijks schade berokkenen. Bepaalde soorten kankers behandelen we bijvoorbeeld met een lichte chemotherapie.’
Tournaye: ‘Inderdaad, voor zaadcellen is dat dezelfde boodschap. Chemotherapie met de heel toxische alkylerende middelen geeft de meeste schade.’
Welke invloed heeft chemotherapie?
Tournaye: ‘Als je chemotherapie krijgt, kan je lichaam geen zaadcellen meer aanmaken. Die zaadcellen ontstaan uit stamcellen via celdeling. Dat proces wordt stopgezet door chemotherapie, want door die therapie kan elke snel delende cel, zoals ook de kankercel, afsterven. Na de behandeling kan de productie wel opnieuw op gang komen, soms pas na jaren. Je kunt door chemotherapie ook je stamcellen volledig verliezen. Op lange termijn kan dat leiden tot onvruchtbaarheid.’
De Vos: ‘Chemotherapie is ook verwoestend voor eicellen. Je wordt geboren met 1 à 2 miljoen van die eicellen in de eierstokken. Dat is de volledige voorraad voor de rest van je leven. Chemotherapie vernietigt het bovenlaagje van groeiende en rijpende eicellen. De onderlaag van eicellen kan wel tegen een stootje. De behandeling onderdrukt je menstruatie en eisprong of ovulatie.’
‘Na de chemotherapie zal het ongeveer 4 tot 6 maanden duren voordat je opnieuw kunt ovuleren en menstrueren. Maar het is niet omdat je ovuleert en menstrueert, dat de behandeling geen schade heeft aangericht. Na chemotherapie kun je vaak moeilijker zwanger worden omdat de menstruele cyclus minder regelmatig is en het aantal eicellen drastisch gedaald is. De menopauze kan ook al veel vroeger intreden. Soms al op een leeftijd waarop je zelfs nog geen kinderwens hebt.’
Hoe zit het met radiotherapie?
Tournaye: ‘Radiotherapie wil lokaal kankercellen aanpakken, maar geeft ook schade aan de andere cellen en weefsel in het stralingsgebied. Stamcellen zijn ook gevoelig voor bestraling, zaadcellen zijn minder gevoelig. Je kunt de genitaliën en de liesstreek beschermen met een loden shortje. Er is dus vooral schade als je bestraling krijgt ter hoogte van de liesstreek of de zaadbal.’
De Vos: ‘Bestraling is ook verwoestend voor je eicellen als die in het stralingsveld liggen. Daarom worden je eierstokken tijdens radiotherapie zoveel mogelijk afgeschermd. Het maakt opnieuw de bovenlaag van eicellen kapot. En de ovulatie en menstruatie zullen even uitblijven.
‘Als je bestraling krijgt in je bekken, kunnen artsen proberen je eierstokken te beschermen met een operatie. Je eierstokken worden dan een paar centimeter hoger vastgemaakt aan de onderkant van je middenrif om ze uit het stralingsgebied te houden. Dat wordt bijvoorbeeld gedaan als je radiotherapie krijgt bij baarmoederhalskanker.’
Heeft een kankerbehandeling die je als kind hebt gekregen ook invloed op je vruchtbaarheid?
De Vos: ‘Dat kan, daarom stellen we aan ouders van kinderen met kanker voor om langs te komen. Als je echt hele zware chemotherapie krijgt als kind, is er een hoog risico dat je op heel jonge leeftijd al helemaal zonder eicellen zit. Af en toe zien we mensen van 30 jaar die een kinderwens hebben, maar die geen eicellen meer hebben.’
Tournaye: ‘Voor je puberteit zitten er in een zaadbal stamcellen, maar nog geen zaadcellen. Die stamcellen heb je later nodig om zaadcellen te maken. Als je zware of heel lang chemotherapie krijgt, kun je je stamcellen dus verliezen. Dat kan betekenen dat je, als je in de puberteit belandt, geen zaadcellen kunt maken omdat je geen stamcellen meer hebt.’
Wat kun je medisch doen om je kinderwens tegen een kankerbehandeling te beschermen?
De Vos: ‘Er zijn een aantal opties. De meest gangbare optie is om, voor je start met de kankerbehandeling, eicellen in te vriezen na een hormonenkuur van twee weken. Je kunt ook eierstokschors laten invriezen. Dat is het deel van de eierstok die vroegste fases van eicellen bevatten. Wereldwijd zijn er al honderden kinderen geboren na een transplantatie van eierstokweefsel. ’
Tournaye: ‘Ik raad altijd aan om een zaadstaal te laten invriezen. Er is voor kankerpatiënten een terugbetaling voor het afnemen en invriezen van ei- of zaadcellen of eierstok- of teelbalweefsel. Laat dat staal afnemen voor je aan je behandeling moet beginnen. Ook al krijg je te horen dat jouw therapie niet belastend is voor je vruchtbaarheid. En dat je geen tijd moet verliezen met het afnemen van een staal.’
‘Een oncoloog weet met welke therapie die start, maar niet met welke behandeling de patiënt zal eindigen. Het gebeurt regelmatig dat de chemotherapie waarmee je start niet goed werkt. Die therapie legt wel je zaadproductie tijdelijk stil. Je moet dan overschakelen op een behandeling die veel schadelijker is voor je vruchtbaarheid. Als je dan naar ons gestuurd wordt, kan het zijn dat wij geen staal kunnen invriezen. Want jouw zaadproductie is op dat moment nog tijdelijk onderdrukt.’
Hoelang kun je je zaad- of eicellen bewaren?
Tournaye: ‘De wet zegt maximaal tien jaar. Maar om medische redenen mag je dat verlengen. De terugbetaling door het ziekenfonds is ook afgestemd op die tien jaar.’
De Vos: ‘Die eicellen zijn medisch gezien ook na tien jaar nog bruikbaar.’
Tournaye: ‘Datzelfde geldt voor zaadcellen.’
Zwanger na kanker: kan het nog op natuurlijke wijze?
De Vos: ‘Zeker. Mensen met weinig eicellen hebben toch kans dat er een eicel ovuleert en dat ze zo zwanger worden. Die kans is weliswaar kleiner.’
‘Door in het bloed de hormonen te onderzoeken, kunnen we meten hoe groot de kans is dat je spontaan zwanger kunt worden zonder hulp. Als we zien dat je kans hebt om spontaan zwanger te worden, kunnen we je kinderwens ondersteunen. Je ovulaties opvolgen door bloed af te nemen om je hormonen te bepalen, af en toe een echografie om naar de eierstokken te kijken. Dan kun je bijvoorbeeld bepalen wanneer je seks moet hebben om te proberen een eisprong te benutten.’
Hoelang moet je wachten na een behandeling om te proberen zwanger te worden?
De Vos: ‘De oncoloog geeft mee hoelang je moet wachten. Daarbij houdt die rekening met het risico dat je hervalt in kanker. Je wil toch echt vermijden dat je zwanger bent op het moment dat er een herval optreedt. Een zwangerschap bij kanker is echt een heel moeilijke situatie, met een verhoogd risico voor de zwangerschap.’
‘Geeft de oncoloog groen licht? Dan probeer je best eerst om op een natuurlijke manier zwanger te worden. Je hoeft dus niet onmiddellijk naar een fertiliteitscentrum te gaan als je zwanger wilt worden na een kankerbehandeling. Lukt het na 6 maanden niet op een natuurlijke manier, dan stap je naar zo’n centrum.’
Houden artsen genoeg rekening met fertiliteit tijdens een kankerbehandeling?
De Vos: ‘Dat verbetert tegenover vroeger. Nu weten kankerspecialisten welke opties er zijn en wijzen ze mensen door. Twintig, dertig jaar gelden waren er nauwelijks mogelijkheden om de vruchtbaarheid te beschermen bij een kankerbehandeling. Logisch dus dat ze toen mensen niet doorstuurden, je kon niets bieden.’
‘Nu zijn die mogelijkheden er wel ook al bieden ze geen garantie. Ze bieden wel psychologische steun. Je krijgt te horen dat je specialist begaan is met je vruchtbaarheid. Ze hebben positieve vooruitzichten voor de toekomst. Ze verwachten dat ik ga overleven.’

Professor dr. Michel De Vos
Professor De Vos werkt sinds 2006 als gynaecoloog en is afdelingshoofd in Brussels IVF, het fertiliteitscentrum van het UZ Brussel. Hij is docent reproductieve geneeskunde aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Professor De Vos stelt bijzondere belangstelling in reproductieve endocrinologie, in vitro maturatie (IVM), oncofertiliteit en vrouwelijke vruchtbaarheidspreservatie.

Professor dr. Herman Tournaye
Professor Tournaye werkt sinds 1991 als gynaecoloog en fertiliteitsexpert bij Brussels IVF. Sinds 2011 is professor Tournaye het diensthoofd van het fertiliteitscentrum in het UZ Brussel. Hij is eveneens hoogleraar aan de VUB. Hij heeft een bijzondere belangstelling voor andrologie, oncofertiliteit en mannelijke vruchtbaarheidspreservatie.